• Gulzige Mond van het IJ (Harke Jan van der Meulen)
De lucht steekt op
Jouw wolken zijn als bij Ruysdael,
Geen mens is grijs
schepen varen groot en kaal
het verlangen blijft er onverhoold
van ver en heinde saamgeschoold
want kussen wil zij, de gulzige mond van het IJ…
Daar kom ik vandaan,
Geef Amsterdam ruim baan
Altijd weer terug
Eindeloze zucht… naar ver…
De zon trekt aan
De stad ruist ginds als een feestzaal
Geen golf te hoog
Iedereen spreekt dezelfde taal
Bij het verwerven van dezelfde geest
op hoop van zegen, onbedeesd
want kussen wil zij, de gulzige mond van het IJ…
Daar komen we vandaan
Geef Amsterdammers ruim baan
Altijd weer terug
Eindeloze zucht … naar ver…
Van de Zaan, van de Zaan, LINKSAAN!
Geef ons een kus of anders lig voor Pampus…
Geef ons een kus of anders lig voor Pampus
Daar kom ik vandaan
Geef Amsterdammers ruim baan
Altijd weer terug, altijd weer terug
Eindeloze zucht
Naar ver… etc
• Onder het Water (Harke Jan van der Meulen)
We klagen maar verdragen graag
van hoog tot laag, we schragen gestaag,
de kagen en de lagen die vragen te dragen,
tot in lengte van dagen
nooit zullen we versagen
We streven te leven meer dan even
maar als wezen we blijven vrezen…
Van de stad naar het land
Van het land naar de zee
En van de zee naar de stad
Onder het water, het wassende water
Onder het water, het water zo hoog
Het woord is onvertogen
In God gelovend hopend we loochen
dat we nooit meer het water op kunnen drogen
We streven te leven meer dan even
maar als wezen we blijven vrezen…
Van de stad naar het land
Van het land naar de zee
En van de zee naar de stad
Onder het water, het wassende water
Onder het water, het water zo hoog
Onder het water, het wassende water
Onder het water, het water zo hoog